afb. Onbekend
Aan de noordzijde bevond zich een mannetje dat een monster beteugelt (N-III.6).73 De figuur, waarvan de kleding minimaal is uitgewerkt – wellicht is een naakte ruiter uitgebeeld – mist het hoofd en zit schrijlings op de rug van het monster. Dit heeft een vriendelijke kop met geprononceerde wenkbrauwen en uitstaande ronde oortjes. De poten zijn echter uitgevoerd met stevige klauwen. Het bit in de bek is versierd met ronde schoteltjes tegen de kaken en heeft sierlijke stoffen of leren teugels. De betekenis van de figuur is onduidelijk. | 366 |
Noten | |
73. | N-III.6, bouwloods i-150; BK-NM-1265. Koldeweij 1989, 72. |
1989 |
A.M. KoldeweijDe expositie in de Bouwloods, verantwoording en catalogusDe Bouwloods ('s-Hertogenbosch 1989) 72 |
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 366
A.M. Koldeweij, 'De expositie in de Bouwloods, verantwoording en catalogus' in: De Bouwloods (1989) 72
Jan Mosmans, De St Janskerk te 's-Hertogenbosch (1931) 306 (afb. 205 nr. VII)
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 257 nr. N-III-6